Natuurinclusieve Voedselproductie
Doel van natuurinclusieve productie is benutting van:
-Zonne-energie om zuurstof en energierijke suikers te produceren uit CO2 en water; deels voor de plant zelf en deels voor andere organismen in het ecosysteem inclusief mensen en huisdieren.Â
-het voedselweb waarin energie in de vorm van suikers gedistribueerd wordt naar organismen in het ecosysteem. Bij efficiënte productie en distributie kunnen we de voedselproductie vergroten en een deel van de CO2 langjarig vast leggen. Middels een toenemende CO2-vastlegging kunnen de afname van de koolstof-voorraden en de afname van de biodiversiteit omgebogen worden en kan de koolstof cirkel weer in balans gebracht worden. Dan kunnen de voedselbeschikbaarheid en de biodiversiteit toenemen en het ecosysteem regenereren. Centraal staat de energie benutting voor de productie van energierijk voedsel en de distributie naar de levende organismen in het ecosysteem.    Â
De stapsgewijze benadering in de voedselproductie
Stap 1 in de voedselproductie is de fotosynthese in het groene bladerdek van de plant. Daarin wordt zonne-energie benut om suikers te produceren voor de plant zelf en voor de andere levende organismen in het ecosysteem. Hoe efficiënter de productie en distributie, hoe minder afval en hoe meer circulariteit. Aangezien zonne-energie en CO2 onbeperkt beschikbaar zijn, wordt de omvang van de voedselproductie/ha vooral bepaald door het landschap waarin de productie plaats vindt. In heggenland en voedselbossen dragen vooral houtige gewassen in etagebouw bij aan voedselproductie voor organismen op en in de bodem. Door groei van organismen kunnen de koolstof voorraden toenemen en kan de toename van CO2 in de atmosfeer omgebogen worden. Dat kan ook door de uitstoot van CO2 te verminderen.
Stappen 2 en 3Â
Als de bodemomstandigheden gunstig zijn en de waterhuishouding goed is, komt er meer voedsel beschikbaar voor organismen in het ecosysteem en kunnen groei en biodiversiteit toenemen, te beginnen bij de micro-organismen (in de bodem).Â
Stap 4
De hiërarchie in het voedselweb bepaalt de distributie van suikers. Bacteriën en schimmels op het 2e voedingsniveau kunnen onder gunstige omstandigheden floreren en voedsel-input verschaffen aan de macro-organismen in de bodem, die vervolgens groeien en diversificeren, als er genoeg ruimte is in het landschap. Daarna volgen de hogere zoogdieren en vogels, en daarna de mens. Bij efficiënte distributie kan de afnemende biodiversiteit omgebogen worden.
Stap 5
Boeren kunnen soorten gewassen en dieren selecteren die passen in het ecosysteem en optimaal bijdragen aan de CO2-vastlegging in suikers en aan de toename van de koolstof voorraden in en op de bodem. In dat geval dragen boeren bij aan regeneratie van het ecosysteem.Â
Stap 6: Landschap-ontwikkeling plannen en volgen.
Om de maatregelen bij de stappen 1-5 efficiënt uit te voeren is een integrale aanpak nodig. Planning van landschap en maatregelen komen samen in de landschapsontwerp sessie, en daar komen bij: de cultuurhistorie en de specifieke wensen uit vraaggestuurde interviews met boeren. Een aantrekkelijk ontwerp wordt opgesteld met een afwisseling van heggenland, voedselbossen en (bos)weiden. Heggenland met kruidenrijks grasland geeft waarschijnlijk de optimale CO2-omzetting in voedsel. Dierhouderijen worden aangepast aan de draagkracht van het landschap. De draagkracht kan verhoogd worden met voederheggen. Een breed voedselpakket van granen, noten, fruit, groente, eieren, zuivel en vlees wordt samengesteld door zorgvuldige selectie van soorten met zoveel mogelijk afzet in de circulaire streekeconomie. Naast voedsel kunnen ook hoeveelheden hout, vezels en natuur certificaten in de markt gezet worden. Data over de productstromen worden ingevoerd in het boerderijportaal en na enkele jaren ontstaan trends op het dashboard van het portaal. Daarmee kan de boer het proces sturen. De effectiviteit van maatregelen kan beoordeeld worden middels metingen op indicatoren. In de maatregelen- en indicatorenlijst wordt de nummering van de stapsgewijze benadering toegepast.Â
Stap 7
Als de boer dat wil, kunnen productstromen in hoeveelheden uit het portaal overgebracht worden naar de bedrijfsadministratie, waarin producten in zes productgroepen verwaard worden:
- 7.1 Voedselproducten van houtachtige en kruidachtige meerjarige gewassen
- 7.2 Hout en vezel producten
- 7.3 Voedselproducten van éénjarige gewassen
- 7.4 Uitgifte van natuurcertificaten voor CO2-vastlegging op natuurlijke wijze en toenamen van biodiversiteit op en om de boerderij
- 7.5 Producten van dierhouderijen: zuivel, eieren en vlees
- 7.6 Overige producten naar de markt
Na verwaarding van de producten kan de omzet (7.7 in €/uur) geoptimaliseerd worden, de kosten (7.8 in €/jaar) geminimaliseerd en ontstaat een basis om de jaarlijkse ontwikkeling van de toegevoegde waarde per arbeidsuur (7.9 €/uur) te volgen.
Klik op onderstaande symbolen voor meer informatie over de verschillende stappen in het integrale proces.