Ontwikkelen en delen van kennis
Regeneratieve productie vraagt vaardigheden en kennis die nog weinig ontwikkeld zijn. De ontwikkeling komt traag op gang. Een verklaring voor de traagheid ligt in de paradigmatische tegenstelling tussen:
Natuurexclusieve minerale monoculturen
Negatieve CO2-voetafdruk
Energetisch inefficiënte productie
Biodiversiteit uitschakelen
Bodemleven uitschakelen
Produceren op substraat
Minerale nutriënten huishouding
Direct curatief ingrijpen
Resultaten binnen een jaar
Statisch labiel evenwicht
Hoog risico
Natuurinclusieve organische agroforestry
Positieve CO2-voetafdruk
Energetisch efficiënte productie
Biodiversiteit benutten
Bodemleven benutten
Produceren op organische bodem
Organische nutriënten houdhouding
Indirecte sturing, preventief ingrijpen
Resultaten na vier jaar
Dynamisch evenwicht met veerkracht
Laag risico
Wetenschapsbudgetten laten weinig ruimte voor langjarige experimenten in natuurinclusieve agroforestry. Er is weinig coördinatie tussen de vele lopende en geplande korte onderzoekjes en experimenten. Boeren hebben weinig tijd om de resultaten uit de versnipperde onderzoekjes mee te nemen in hun planning. Beleidsmakers hebben weinig houvast met als gevolg dat natuurinclusieve boeren jarenlang moeten investeren in compromissen om vergunning te krijgen om regeneratief en natuurinclusief te gaan produceren. Kennisdeling vanuit de langjarige praktijk van boeren en terreinbeheerders is belangrijk om tot meer coördinatie te komen. De eerste stap op een nieuwe boerderij is een interview. Een vraaggericht interview vormt de basis.