Meteen naar de inhoud

Ontwikkelen en delen van kennis

Regeneratieve productie en distributie vraagt vaardigheden en kennis die nog weinig ontwikkeld zijn. De ontwikkeling komt traag op gang. Verklaringen voor de traagheid liggen in de overgangsperiode die vele jaren duurt, in de noodzakelijke multidisciplinaire experimenten en in de (paradigmatische) tegenstelling tussen: 

Minerale monoculturen van éénjarigen

Negatieve CO2-voetafdruk

Energetisch inefficiënte productie

Bodemleven + biodiversiteit uitschakelen

Minerale nitriënten huishouding

Statisch labiel evenwicht

Direct curatief ingrijpen

Resultaten in 1 jaar

Natuurinclusieve organische agroforestry

Positieve CO2-voetafdruk

Energetisch efficiënte productie

Bodemleven + Biodiversiteit benutten

Organische nutriënten houdhouding

Dynamisch evenwicht met veerkracht

Indirecte sturing, preventief ingrijpen

Resultaten na 4 jaar

 

De meeste wetenschapsbudgetten laten weinig ruimte voor langjarige multidisciplinaire experimenten en er is weinig coördinatie tussen vele lopende en geplande korte onderzoeken. Boeren hebben weinig tijd om de resultaten uit de versnipperde onderzoeken toe te passen in hun planning.  FNS is 6 jaar geleden begonnen met de aanleg van een lijst met werkdocumenten, gerangschikt met Nederlandse werktitels volgens de stapsgewijze aanpak in de natuurinclusieve voedselproductie. Directe toepasbaarheid in multidisciplinaire experimenten staat voorop. Wetenschappelijk verantwoorde formuleringen komen op de 2e plaats. In het samenwerkingsverband met boeren en partnerorganisaties wordt de lijst met werkdocumenten voortdurend aangepast en uitgebreid. 

De lijst is bedoeld:

  1. Als kennis-basis voor de langjarige boerderij plannen.
  2. Om methoden op te zetten voor metingen op de (8) belangrijkste indicatoren
  3. Om de effectiviteit van maatregelen te beoordelen met meetresultaten en waarnemingen
  4. Als basis voor beantwoording van vragen; zie b.v. lijst hieronder.

Agroforestrysupplies ziet het Fonds Natuurinclusieve streekboerderijen als een fijne en integere partner met een goede kennis van het speelveld omtrent natuurinclusieve landbouw. Samen stimuleren we elkaar tot innovatie en modellering binnen vernieuwende landbouwsystemen.

Sjef van Dongen, Agroforestrysupplies / Fruitzforlife

Vraag en antwoord stappen 1-9 in het productieproces

Boeren en terreinbeheerders dienen voor een landschapsontwikkeling te zorgen, waarin CO2 optimaal omgezet wordt in voedsel met een zodanige keuze van soorten dat voldoende toegevoegde waarde in de circulaire streekeconomie gecreëerd wordt om een redelijke beloning voor arbeid te realiseren. 

“Deze manier van voedsel produceren draagt bij aan het verder vergroten van de biodiversiteit en het weer beter in balans komen met de natuurlijk draagkracht van de bodem. Het rijke insectenleven ondersteunt het ecosysteem en zorgt voor een betere bestuiving. Dat zal op termijn de productie positief beïnvloeden. Al met al een win-winsituatie voor natuur, mens en ondernemer.”

Theo Bakker, adviseur natuurinclusieve landbouw bij Staatsbosbeheer

Vragen en antwoorden volgen stapsgewijs het voedselproductieproces. Voor details kan doorgeklikt worden naar documentatie. Voorbeelden worden gegeven voornamelijk gebaseerd op zandige bodems, waarop eerder mais verbouwd werd.

1.1 Hoe wordt de zon benut?

Door een optimaal aantal diverse houtige gewassen aan te planten (i11) met etagebouw in een optimaal ingericht landschap.

1.2 Hoeveel CO2 kan jaarlijks vastgelegd worden op de bodem?

Door landschappen integraal te plannen en goed beheer kan de jaarlijkse CO2 vastlegging op de bodem (i12) gemiddeld  9 ton/ha bedragen.

1.3 Hoe kan de jaarlijkse uitstoot van broeikasgassen beperkt worden?

Broeikasgassen zijn vooral C- en N- verbindingen. De uitstoot kan beperkt worden door het gebruik van fossiele energie in productie en distributie te beperken (i13), door de kringlopen in de streekeconomie te sluiten, door het bodemleven te benutten in de nutriënten en waterhuishouding, en door dieren te houden op grondgebonden wijze, d.w.z. eigen voerproductie met toepassing van de eigen mest op eigen land.

2 Hoe kunnen de bodemkoolstof en de microbiodiversiteit ontwikkeld worden?

Door de bodem condities te optimaliseren, o.a. de pH naar 6,4 brengen (i21); door toepassing van houtige gewassen met  diepe wortelsystemen in symbiose met schimmels door mulching (het afdekken van de bodem met houtsnippers of plantenresten) langs heggen en bomenrijen; door meerjarige groenbemesters als olijfwilg en witte klaver toe te passen; door bodemverstoringen te minimaliseren. Bij effectieve toepassing van deze maatregelen kunnen verschuivingen optreden met een relatieve toename van Mycorrhiza soorten en kan de CO2 vastlegging in de bodem toenemen (i22)

3 Hoe kan de irrigatie behoefte verminderd worden?

Door hoge CO2 vastlegging in de bodem en verdieping van wortelsystemen en schimmelnetwerken nemen het koolstofgehalte en het watervasthoudend vermogen toe; door creatie van luwte door heggen kan de verdamping in het microklimaat  beperkt worden. Daarvoor zijn belangrijk:  

  • goede hoogte van heggen (i31) en breedte van stroken tussen de heggen (i32); 
  • selectie van gewassen en teeltmethoden  die passen bij de natuurlijke waterhuishouding

Als toch irrigatie nodig is, gebruiken we waterbesparende technieken zoals druppelirrigatie.

4 Hoe kan de macrobiodiversiteit ontwikkeld worden?

Door optimale voedselproductie en distributie via het voedselweb door te accepteren dat een deel van de oogst ten goede komt aan spontane soorten; door te zorgen voor voldoende ruimte en habitat. Inventariseer insecten plaagbestrijders (i42), en pas alleen natuurlijke plaagbestrijding toe. Volg de macrobiodiversiteit met BeeOtels

5 Hoe worden meerjarige gewassen geselecteerd?

Raadpleeg telers over beschikbaar plantmateriaal; bezoek agroforestry boeren op vergelijkbare bodem. Selecteer meerjarige voedsel en hout producerende planten, waarvan >60% van de productie naar eigen dierhouderijen en naar de markt gebracht kan worden (i51). Stel een groslijst gewas selectie op; begin met veel (60) soorten en reduceer later naar een optimaal aantal.

Voederheggen zijn interessant als ze ingepast kunnen worden in de eigen voerproductie. Voor de overige producten bepalen de potentiële CO2-vastlegging, de verwerkingsmogelijkheden en de langjarige marktontwikkelingen de toegevoegde waarde. 

Selecteer bij voorkeur multifunctionele gewassen zoals b.v. bamboe, die naast hoge CO2-vastlegging ook hout en jonge scheuten produceert.

6 Hoe wordt de boerderij optimaal ingericht?

Om maatregelen bij de stappen 1-5 efficiënt uit te voeren is een integrale aanpak nodig. Vraag een landschapsinrichting sessie aan om ideeën uit te werken in schetsen, om alternatieven in kaart te brengen en door te rekenen. Beantwoording van de vragen 1-5 is nodig, o.a. om te bepalen of de boerderij één homogene landschapseenheid is. Op landschappelijk heterogene boerderijen kan overwogen worden om de boerderij te splitsen in meerdere landschapseenheden, die afzonderlijk ingevoerd worden in het boerderijportaal. De hogere initiële tijdsinvestering kan later kostenbesparend zijn omdat  een betere basis gelegd wordt voor langjarige monitoring van de gewassen. Bovendien zijn latere veranderingen in het landschapsplan en in de meerjarige aanplant duur.

De ontwikkelingen in het landschap dienen gevolgd te worden op de belangrijkste (8) indicatoren kunnen gevolgd worden. Daartoe kunnen de belangrijkste indicatoren gevolgd worden op het dashboard van het portaal. De hoeveelheden product die naar de markt gebracht worden (i51-55) kunnen desgewenst overgebracht worden naar de bedrijfsadministratie.

7 Hoe worden producten jaarlijks verwaard en de omzet geoptimaliseerd?

De grondgebonden producten (i51+i52+i53+i54 in hoeveelheden/ha) worden vermenigvuldigd met de prijzen, en daarna met het oppervlak (in ha) van de betreffende landschapseenheid (heggenland, bosweiden, voedselbos, enz.).

7.1. Voedselproducten van meerjarige gewassen worden verwaard door de hoeveelheden/ha (GVmatrix i51) te vermenigvuldigen met de prijzen/kg product.

7.2. Hout en vezelproducten worden verwaard door de hoeveelheden/ha (GHmatrix i52) te vermenigvuldigen met de prijzen/kg product

 7.3. Producten van éénjarige gewassen worden verwaard door hoeveelheden/ha (Ematrix i53) te vermenigvuldigen met de prijzen/kg product

7.4.  Het aantal certificaten wordt vastgesteld en gecertificeerd voor een periode van 12 jaar, maar het vastleggingspatroon en de prijsvorming zijn onregelmatig. Aan “de certificaten-verkoop” worden alleen de kosten toegerekend van certificering en marketing. Het vastgestelde gemiddelde aantal certificaten per ha per jaar (i54) wordt vermenigvuldigd met de prijs per certificaat om tot een productiewaarde te komen (i74). De inkomsten uit de verkoop hebben een contante waarde en kunnen niet geactiveerd worden. Als er meer dan gemiddeld certificaten in één jaar (ex ante) verkocht worden, dan dienen de inkomsten uit de verkoop aangemerkt te worden als bijzondere éénmalige inkomsten op de lopende rekening van het betreffende jaar. Deze inkomsten kunnen aangewend worden om meerjarige planten aan te planten en te onderhouden.

7.5 De dierhouderij producten worden op de markt verwaard door de hoeveelheden zuivel, eieren en vlees (Dmatrix i55) te vermenigvuldigen met de prijzen.

7.6 Overige activiteiten kunnen o.a. bestaan uit kennisuitwisseling met vergelijkbare boeren, rondleidingen op de boerderij en het geven van cursussen kunnen vergoedingen gevraagd worden en geboekt onder overige activiteiten.

7.7 De boerderij omzet wordt geoptimaliseerd door combinatie van productgroepen, rekening houdend met seizoensgebonden aanbod van producten en arbeidsinzet. 

7.8 De kosten worden beperkt:

 7.9  De arbeidsbeloning (€/uur) kan verhoogd worden door de toegevoegde waarde te verhogen en de omvang van de arbeidsinzet te beperken.

8 Hoe kan bijgedragen worden aan langjarige waarden creatie?

-Door netto CO2 vast te leggen. Dat gebeurt als de CO2 vastlegging op de boerderij groter is dan de uitstoot + onttrekkingen. De waarde van de netto vastlegging op de bodem blijkt o.a. uit de toename van de fotosynthese, zuurstof en voedselproductie; in de bodem blijkt o.a. uit het toenemend watervasthoudend en productief vermogen van de bodem; en uit de toenemende biodiversiteit.

-Door langjarig een binding op te bouwen met afnemers.

9 Hoe kan een financiering aanvraag opgesteld worden?

Een financieringsaanvraag dient gebaseerd te zijn op een boerderij-plan dat doorloopt totdat de productie kostendekkend wordt, en die termijn stellen we op 10 jaar. Het plan bestaat uit het transitie-pad van de nulmeting naar de stip aan de horizon uitgedrukt in streef hoeveelheden. 

In 1e instantie krijgt de aanvraag vorm in landschap schetsen maatregelen, metingen op indicatoren en in de opzet  van het boerderij portaal. Op het dashboard kan de realisatie van het plan in hoeveelheden product gevolgd worden.

In 2e instantie kunnen de jaarlijkse hoeveelheden producten overgebracht worden naar de bedrijfsadministratie en verwaard worden. Gerealiseerde waarden worden ingevoerd en voor de opvolgende jaren wordt gebudgetteerd. De financiële jaarverslagen en budgetten voor de komende jaren dienen bijgevoegd te worden bij de financieringsaanvraag.

Landschapsplanning

Voorafgaande aan de planning is het nuttig om op historische kaarten te kijken naar heggen-structuren op perceelranden rondom akkers of weilanden, zoals op “kaart uit 1800 van Slabroek“(Boer-in-Natuur). Kennelijk waren boeren toen al overtuigd van het nut van heggen in hun teelten.

Samen met boeren wordt in een living lab gewerkt aan landschapsplanning. Tijdens een landschapsinrichting sessie worden ideeën omgezet in schetsen, alternatieven worden in kaart gebracht en door gerekend. Uit de schetsen en bij de invoering van data zal blijken in welke mate de boerderij één homogene landschapseenheid is. 

Overwogen kan worden om een heterogene boerderij te splitsen in meerdere landschapseenheden, b.v. dominant heggenland gecombineerd met stukken voedselbos en bosweiden. De opsplitsing vraagt meer tijd, maar deze initiële tijdsinvestering kan op de lange termijn tot betere resultaten leiden en kostenbesparend zijn omdat een betere basis gelegd wordt. 

De schetsen, alternatieven en doorrekeningen kunnen (per landschapseenheid) worden ingevoerd in het boerderij portaal met aandacht voor belangrijke indicatoren

i11 voldoende aantallen houtige gewassen

i23 biodiversiteit in het micro bodemleven

i24 biodiversiteit in het macro bodemleven

i31 goede waterhuishouding

i41 biodiversiteit in insecten en vogels

i42 biodiversiteit in bloeiende planten

i43 biodiversiteit in kruidenrijk grasland

i51 voldoende voedselproducten van de meerjarige gewassen naar de markt

i52 voldoende hout- en vezelproducten naar de markt.

i53  voldoende producten van éénjarige gewassen voor de markt.

Vestig een ruim (7-jarig) rotatie schema op de  stroken in het heggenland. Neem maatregelen om de jaarlijkse grondbewerking te minimaliseren. Selecteer zodanige gewassen, dat >60% van de producten naar de markt gebracht kan worden. De selectie van gewassen, de verwachte opbrengst  en het rotatie schema worden vastgelegd in de Ematrix 

i54 hoge netto CO2-vastlegging op natuurlijke wijze

i55 de stroom van dierlijke producten (vlees, zuivel, eieren) vormt bij voorkeur niet meer dan 20% van het totale voedselaanbod. Dieren in beperkte aantallen hebben een rol in de nutriëntenhuishouding en het beheer van het landschap. Op het bedrijf dient jaarrond voldoende voer beschikbaar zijn. Gestreefd wordt naar meerdere diersoorten met verschillende functies in het ecosysteem.

Omzet min kosten

Natuurinclusieve boeren realiseren hun omzet vooral in grondgebonden productgroepen:

i51-71 hoeveelheden en waarden van voedselproducten van meerjarige planten in de GewasVoedselmatrix in t/ha/jaar x ha x euro

i52-72 hoeveelheden en waarden van hout en vezelproducten in de GewasHoutmatrix m3/ha x ha x euro 

i53-73 hoeveelheden en waarden van producten in de Eénjarigenmatrix in t/ha/jaar x ha x euro

i54-74 hoeveelheden natuurcertificaten overeenkomend met aantal tCO2/jaar vastgelegd of vast te leggen; vermenigvuldigd met de prijs op de markt.

Naast de grondgebonden productie kan omzet gerealiseerd worden in:

i55-i75 Hoeveelheden dierlijke producten (zuivel, eieren en vlees) in de Diermatrix x euro

i76 Overige activiteiten, o.a. experimenten, kennisuitwisseling, rondleidingen x euro.

De toerekenbare kosten per productgroep (i71-76) zijn laag, omdat: 

– de natuur zoveel mogelijk het werk doet.

–  minder grondbewerking en bemesting toegepast wordt

– de bedrijfseconomische en streekeconomische (C en N) cirkels verder gesloten worden met beperking van verliezen in reststromen 

Het toerekenen van kosten is bovendien lastig door de vele interrelaties in de natuurinclusieve productiewijze.

Dus worden kosten niet toegerekend.

Nadat de kosten getotaliseerd zijn en afgetrokken van de omzet ontstaat de Toegevoegde Waarde die toegerekend wordt naar de arbeidsinzet.

Planning en maatregelen

Veel boeren werken op gevoel en vaak gaat dat goed. Maar op een natuurinclusieve streekboerderij vinden meerdere teelten plaats en werken vaak meerdere mensen. Bovendien is er nog veel onbekend over de integrale aanpak en de wisselwerking tussen de spontane soorten en de geselecteerde teelten. 

Reden om integraal en expliciet te plannen inclusief nulmeting, streefwaarden, maatregelen en indicatoren.

Integrale plannen zijn te complex om integraal uit te voeren en dus is het nodig om prioriteiten te stellen, risico’s te beheersen en kennis te ontwikkelen.

Het plannen en het volgen van de ontwikkelingen in de bodem, in het landschap en op de markt zijn tijdsintensief. Reden voor FNS en partners om ondersteuning aan te bieden.

Hoe kan ik mijn tijd beperken in planning en noteren van meetresultaten?

  • Door de eisen die gesteld worden te inventariseren en in prioriteitsvolgorde af te werken
  • Door aan te sluiten bij een regionale groep vergelijkbare boerderijen, die met éénzelfde methodiek werken
  • Door aanpassing aan de specifieke situatie van de aangeboden instrumenten: lijst van maatregelen en indicatoren, meetinstrumenten, boerderijportaal, dashboard, enz.
  • Door afspraken over interpretatie van meetresultaten en ondersteuning 

Het FNS team ondersteunt de ondernemer in het meten, het verwerken van metingen en bij relevante vernieuwingen bijvoorbeeld met satelliet data gaan werken om productie en vitaliteit van de beplanting te meten en opbrengstprognoses te maken; en met audio opnamen in mei om beeld te krijgen van biodiversiteit op de bodem. Er zullen meer van dit soort hulpmiddelen komen.